Blog Layout

Wordt de lage inzetbaarheid structureel

Marcel Hendriks • feb. 15, 2018
Wie het defensienieuws een beetje volgt, zal met verbazing naar al die staatjes met niet-inzetbare wapensystemen kijken. Niet alleen in Nederland maar ook in de landen om ons heen. Schepen liggen in de haven te wachten op reparatie, vliegtuigen zijn niet-luchtwaardig en voertuigen staan in de garage bij gebrek aan reservedelen. Hoe kun je als krijgsmacht nog geloofwaardig zijn wanneer meer dan helft van je wapensystemen structureel stil staat? De opportunisten weten wel waaraan het ligt. Het is het gevolg van de jarenlange bezuinigingen en er is maar een remedie namelijk veel geld erbij en snel een beetje. Was het maar zo simpel.

Nieuwe high-tech wapensystemen komen vaak moeizaam van de tekentafel, lopen uit de tijd, overschrijden budgetten en hebben tekortkomingen. Eenmaal in dienst worstelen ze nog jaren met hardnekkige kinderziekten; onheilspelende voorbodes. Gaan ook die nieuwe wapensystemen hun beschikbaarheisnorm niet halen? Als het alleen een kwestie van reservedelen was dan was het op te lossen; gewoon prioriteiten stellen. Dat het niet gebeurt, doet vermoeden dat het probleem veel ingewikkelder is. Dat het meer te maken heeft met hoe nieuwe wapensystemen worden ontwikkeld.

Het uitgangspunt bij Defensie bij de ontwikkeling van nieuwe wapensystemen is bijna altijd dat "het beste niet goed genoeg is"; de industrie stemt daar graag mee in. Overigens goed te verdedigen want met betere wapensystemen dan je tegenstander, heb je een voorsprong. Niets mis mee op voorwaarde dat Defensie ook de tegenspraak voldoende organiseert. Projectleiders die verstand hebben van projectrisico's en verborgen kosten. Technici die de technische oplossingen die de industrie voorstelt, beoordelen. Logistici met kennis van de technisch-logistieke ketens. Deskundigen die de investerings- en exploitatiekosten bewaken. Autoriteiten op het gebied van innovatie en emerging technologies. Defensie heeft tegenwoordig veel minder van deze vakmensen dan vroeger en de vraag is of ze nog voldoende op de rem kunnen trappen. Voldoende tegengeluid kunnen laten horen wanneer de behoeftestellers denken dat de bomen tot in de hemel groeien; dat the sky the limit is. Helaas is het ministerie van Defensie van nature geen organisatie met veel ruimte voor tegengeluid.

In het verlengde daarvan ligt de nog onvoldoende onderkende noodzaak om Defensie voor te bereiden op de energietransitie. Politiek, industrie, maatschappelijke organisaties en een groot deel van de bevolking vinden dat Nederland de klimaatdoelstellingen van Parijs moet halen en dat de energievoorziening moet vergroenen. Defensie zegt wel minder afhankelijk van fossiele brandstoffen te willen worden maar verwacht dat het gebruik eerder toe- dan afneemt. Het gaat intussen ijzerenheinig door met het introduceren van wapensystemen die meer fossiele brandstoffen gebruiken dan de wapensystemen die ze vervangen. Ook hier lijkt het tegengeluid - dat er wel is - niet sterk genoeg om Defensie in de goede richting te duwen. Nieuw materieel staat daarom in de toekomst niet alleen stil door technische tekortkomingen. Maar ook omdat de kosten van fossiele brandstoffen niet meer zijn op te brengen, diesel en kerosine niet in voldoende mate voorradig zijn, niet tijdig aangevoerd kunnen worden of omdat de buitenwereld inmiddels is overgegaan op andere technieken en alternatieve brandstoffen.

Kortom, de lage beschikbaarheid van wapensystemen is niet van vandaag op morgen opgelost. Ook niet met een grote zak met geld. Het helpt wanneer Defensie haar eigen tegenspraak beter organiseert en het tegengeluid serieus neemt. 
Share by: