Blog Layout

Twijfelachtig plan: met de Apache doorvliegen tot 2050

Marcel Hendriks • mei 15, 2018
Defensie gaat de Apache-gevechtshelikopter type AH-64D moderniseren naar de AH-64E standaard. Het blijft daarmee tot 2050 beschikken over operationeel relevante gevechtshelikoptercapaciteit. Daarvoor sluit het aan bij het Amerikaanse remanufacture programma. Defensie wil het programma tussen 2021 en 2025 uitvoeren. Met het project is een investering gemoeid tussen de € 250 miljoen en € 1 miljard. Volgens het ministerie houdt remanufacture in dat de bestaande helikopters worden herbouwd, gereviseerd en voorzien van nieuwe rompen, transmissies en rotorbladen. Het vermogen van de motoren wordt vergroot. Is Defensie daarmee klaar voor de toekomst?

De GE T700-701 motor is al in de jaren Zeventig ontwikkeld. Sindsdien zijn er een aantal nieuwere versies gebouwd die meer vermogen hebben. Of ze ook energie-efficiënter zijn geworden, is onduidelijk. De nieuwe Apache gaat daarom waarschijnlijk meer brandstof gebruiken dan de oude. In dat geval gaat de nieuwe Apache niet bijdragen aan de Operationele Energiestrategie (OES-2015): in 2030 wil Defensie 20% minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, in 2050 70% minder. Geen commerciële airliner zou het in z'n hoofd halen tot 2050 te blijven vliegen met jaren Zeventig techniek. Door nu niets aan het brandstofgebruik van de Apache te doen, legt Defensie ook een hypotheek op andere toekomstige projecten. Die moeten dan extra aan de bak om de doelstellingen nog te halen.

Als de nieuwe Apache niet aanzienlijk minder brandstof gebruikt, is de remanufacture een slechte investering. Dan kan de AH-64D beter gewoon uitfaseren. Daarvoor moet een innovatief wapensysteem in de plaats komen dat in de behoefte voorziet maar een kleine logistic footprint heeft. Defensie heeft nog een paar jaar om samen met de industrie na te denken over innovatieve oplossingen. Dat is lastig maar onvermijdelijk als Nederland en Defensie werk willen maken van de energie- en klimaatdoelstellingen.

Blijft er nog een vraag hangen. In 2010 werd op de vliegbasis Gilze-Rijen een demonstratievlucht uitgevoerd met een Apache die vloog op een mix van fossiele brandstoffen en biobrandstoffen. De minister van Defensie en de luchtmachttop waren onder de indruk. Ondanks de succesvolle demonstratie kreeg het vliegen op biobrandstoffen geen vervolg. Was dat omdat er toch technische zorgen bleven hangen of gewoon omdat het te duur was? Garandeert het remanufacture programma dat de zwaardere motoren van de AH-64E zijn gecertificeerd voor biobrandstoffen. Of moet Nederland dat langdurige en kostbare traject opnieuw zelf doen? 

De OES-2015 maakt sinds kort deel uit van de defensiestrategie maar legt nog weinig gewicht in de schaal. Defensie is nog lang niet klaar voor de toekomst. 
Share by: