Blog Layout

Invoering JSF vraagt om groene initiatieven

Marcel Hendriks • jan. 01, 2016
Klimaatverandering is de grootste dreiging

In zijn column in het decembernummer van het Marineblad vermoedt professor Ko Colijn (directeur van het Instituut Clingendael) dat president Obama van alle gevaren die de national security bedreigen, klimaatverandering de grootste vindt. Colijn weerspreekt hem daar niet in. Dat 195 wereldleiders onlangs in Parijs een verdrag tegen klimaatverandering hebben gesloten, suggereert dat Obama niet de enige is die er zo over denkt. Als dat zo is, hoe kan Defensie voor meer militaire veiligheid zorgen en tegelijkertijd bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering? Om te beginnen door state-of-the-art wapensystemen te introduceren die minder energie gebruiken dan de wapensystemen die ze vervangen. Dat gebeurt helaas nog niet. Hoe kunnen de nadelige gevolgen enigszins worden opgevangen?

De Joint Strike Fighter verbruikt veel meer brandstof dan de F-16.

Volgens het Amerikaanse Department of Defense gaat de Joint Strike Fighter (F-35) veel meer brandstof gebruiken dan de F-16. Dat verbaast niet want het toestel is een stuk groter en zwaarder dan zijn voorganger en heeft een veel sterkere motor. Hoeveel meer brandstof is niet duidelijk. Desgevraagd antwoordde de minister van Defensie in 2008 de Tweede Kamer nogal ontwijkend "Het brandstof verbruik van de F-35 kan onder bepaalde vliegomstandigheden hoger liggen dan dat van de F-16". Van de drie krijgsmachtdelen gebruikt de Koninklijke Luchtmacht veruit de meeste brandstof. Dat zal met de introductie van de F-35 niet minder worden.

De F-35 is ongetwijfeld een goed jachtvliegtuig en een aanwinst voor de Koninklijke Luchtmacht. Maar de kans bestaat dat 37 nieuwe F-35s meer brandstof gaan gebruiken dan de huidige 61 F-16s. In dat geval is er een extra goede reden om een aantal groene initiatieven te nemen; bij wijze van spreken als compensatie voor de grotere CO2-uitstoot. Twee voor de handliggende mogelijkheden zijn zonne-energie en duurzame biobrandstoffen

Solar farms

In Duitsland, de Verenigde Staten en tal van andere landen zijn op militaire vliegvelden inmiddels grote solar farms gebouwd. Duizenden vierkante meters zonnepanelen die elektrische energie opwekken voor elektrische voertuigen, werkplaatsen en woon- en kantooraccommodatie. Wanneer het aanbod groter is dan het eigen gebruik, wordt de stroom aan het net geleverd. Nederland is als het gaat om het opwekken van duurzame energie bijna het slechtste jongetje van de klas. Het grootschalig opwekken van duurzame energie op defensieterreinen, zoals met zonnepanelen op vliegvelden, gebeurt nog niet. Dat is gelet op de urgentie en de mogelijkheden verbazingwekkend.

Zorgen over de noodzakelijke investeringen en al het werk dat er mee is gemoeid, zijn overbodig. Er zijn voldoende bedrijven die in een Publiek-private-samenwerking voor een deel de investeringskosten willen dragen en voor de exploitatie kunnen zorgen. Vormen van samenwerking die ook in het GO-GREEN initiatief van het Europese Defensieagentschap (EDA) worden toegepast. In het onlangs door Defensie vastgestelde Defensie Energie- en Milieubeleid 2015 (DEM 2015) wordt gelukkig nadrukkelijk ruimte gegeven aan "derden" om duurzame energie op te wekken op defensieterreinen.

Duurzame biobrandstoffen

De Europese Commissie verplicht oliemaatschappijen om biobrandstoffen bij hun benzine en diesel te mengen. Dat zijn biobrandstoffen die vaak nog ten koste gaan van de voedselvoorziening of leiden tot grootschalige ontbossing. Gelukkig wordt er ook veel onderzoek gedaan naar duurzame biobrandstoffen. Brandstoffen die lokaal uit afvalstoffen worden gemaakt of worden geproduceerd zonder de voedselvoorziening te schaden. Nederland heeft een sterke agrarische sector met veel restafval, volop petrochemische industrie en goede weg-, water- en railverbindingen. De voorwaarden voor een succesvolle productie van duurzame biobrandstoffen zijn daarmee aanwezig.

Voordat duurzame biobrandstoffen daadwerkelijk met fossiele brandstoffen kunnen concurreren, is verder onderzoek nodig, moeten logistieke ketens worden opgebouwd en is schaalvergroting noodzakelijk. Overheid, bedrijven en de luchtvaartsector spannen zich in om ze commercieel beschikbaar te krijgen. Veel grote vliegmaatschappijen maken er al, zij het nu nog vooral om publicitaire redenen, mondjesmaat gebruik van.

In 2010 vloog in aanwezigheid van de minister van Defensie en de Commandant der Luchtstrijdkrachten op de vliegbasis Gilze Rijen een Apache helikopter op een mengsel van fossiele en duurzame biologisch kerosine. De demonstratievlucht kwam tot stand met medewerking van een aantal Nederlandse bedrijven en kennisinstituten. Aan dat lovenswaardige initiatief heeft de Koninklijke Luchtmacht helaas geen vervolg gegeven. De invoering van de F-35 is een goede aanleiding om de draad weer op te pakken. Dat kan door kennis in te brengen, infrastructuur te delen en vooral te vliegen op duurzame biokerosine.

Akkoorden en ambities

Nederland moet alle zeilen bijzetten om de afspraken uit het Nationaal Energieakkoord na te komen. Defensie gebruikt ongeveer 0,5% van de Nederlandse energie en is bij de overheid veruit de grootste consument; dat schept verplichtingen. Defensie heeft als streefdoel om in 2030 20% minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen ten opzichte van 2010 en in 2050 70% ten opzichte van 2010 (DEM 2015). Voor Defensie in eerste instantie noodzakelijk om ook in de toekomst als krijgsmacht slagvaardig te blijven.

Met de introductie van de F-35 gaat Defensie mogelijk meer in plaats van minder brandstof gebruiken. Dat staat op gespannen voet met het Nationaal Energieakkoord en maakt het halen van de eigen streefdoelen bij voorbaat al moeilijk. Tegelijkertijd serieus werk maken van een aantal groene initiatieven helpt wel. 
Share by: