Blog Layout

Het roer moet om! Koers op 2030

Marcel Hendriks • jul. 15, 2017
Engine as a weapon

In de operationele energiestrategie (OES) staat de ambitie om in 2030 20% minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Maar hoe geef je daar nu een praktische invulling aan zonder onnodige beperkingen op te leggen aan de noodzakelijke uitbreiding van de krijgsmacht? KLTZ (TD) Paul Schulten, LTZ 1 (TD) Rinze Geerstma en SBN (TD) b.d. Klaas Visser hebben hierover een artikel geschreven dat onlangs in Bristol is gepresenteerd tijdens de conferentie "Engine as a weapon". Zij kijken naar het energiegebruik van individuele wapensystemen, in dit geval de aflosser van het M-fregat. Om objectief het energiegebruik van de aflosser van het M-fregat te vergelijken met zijn voorganger, bouwen zij verder op de door de International Maritime Organisation (IMO) geïntroduceerde Energy Efficiency Design Index (EEDI). Een variant speciaal voor marineschepen (Integral Warship Energy Efficiency Design Index: Iweedi) wordt door hen verfijnd door het vaarprofiel mee te nemen waarbij tijdsduur waarmee met een bepaalde snelheid wordt gevaren, de transitsnelheid en de maximum vaarsnelheid, worden meegerekend.

Nieuwe marineschepen kunnen aan de ambities in de OES voldoen

In een case study rekenen zij verschillende varianten door. Belangrijkste variabelen zijn de waterverplaatsing, de toe te passen technieken, de voortstuwingsconfiguratie, de transitsnelheid en de maximale snelheid. Uit hun berekeningen blijkt dat zelfs een aanzienlijk groter schip (6000 ton in vergelijking met 3300 ton M-fregat) een Iiweedi van -48% kan hebben t.o.v het M-fregat. Dat resulteert in 11% minder brandstofverbruik. Daarvoor zijn wel nieuwe technieken nodig, een hybride voortstuwingsinstallatie, een transitsnelheid van 17 knp (M-fregat 20 knp) en een maximale vaart van 26 knp (M-fregat 29 knp). Om dat laatste mogelijk te maken - aanpassing van het vaarprofiel - pleiten de auteurs voor een brede benadering. Grote stappen kunnen alleen worden gezet door een combinatie van nieuwe technieken en/of alternatieve brandstoffen, van gedragsverandering en aangepaste militaire doctrines/tactieken.

Op basis van hun studie concluderen de auteurs dat het mogelijk is om met de vervanger van het M-fregat te voldoen aan de ambitie in de OES om 20% minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen.

De juiste koers

De auteurs schrijven hun artikel op persoonlijke titel. Maar hun inzichten stroken met een koersverandering die de Marine al eerder heeft ingezet. De patrouilleschepen van de Holland-klasse hebben een aan hun operationele taken aangepaste maximale snelheid van 21 knp en kunnen bij lage vaart over op diesel-elektrische voortstuwing. De nieuwe sleepboten van de Marine hebben een hybride voortstuwing waarbij de dieselmotor in combinatie met elektromotor en batterijpakket de schroeven aandrijft; zoals de Toyota Prius. De Commandant der Zeestrijdkrachten heeft aangegeven dat Defensie bij de vervanging van marineschepen streeft naar een forse reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen. Nederland gidsland? Niet wat betreft het verlagen van de maximale vaarsnelheid. De Royal Navy maakte in juni bekend de fregatten van de Duke Class (Type 23) te vervangen door het Global Combat ship (Type 26). Het nieuwe schip is groter dan z'n voorganger (6900 ton ipv 4900 ton) maar heeft een lagere maximale vaart (26 knp ipv 28 knp).

Waar velen bij Defensie nog in de koplampen van de OES kijken en denken dat als ze maar niet bewegen, het aan hen voorbijgaat, lijkt de Koninklijke Marine de juiste koers te hebben gevonden. Alleen nieuwe wapensystemen die minder brandstof gebruiken dan hun voorgangers dragen bij aan een veiliger wereld.
Share by: