Blog Layout

Elektrisch rijden bij Defensie

Marcel Hendriks • sep. 15, 2015
De onstuitbare opmars van elektrisch rijden

Langs de Nederlandse snelwegen vallen ze op: de grote gele overkappingen die het bedrijf Fastned bouwt. Het bedrijf wil op 201 locaties snellaadstations aanleggen waar in de toekomst elektrische auto's kunnen laden. Fastned zet in op de voorspelling dat over 5 jaar 2,5% van de auto's elektrisch rijden en over 10 jaar zelfs 12,5%. De concurrentie, de traditionele pomphouders, zijn wakker geschud en willen nu zelf ook snellaadvoorzieningen.

Dat het bedrijfsleven er brood in ziet, bewijst dat de elektrische auto definitief de garage van de wereldverbeteraars, techneuten en beleidsambtenaren heeft verlaten. Op zich niet zo verwonderlijk omdat elektrisch rijden veel goedkoper gaat worden dan rijden op benzine of diesel. Afhankelijk waar en hoe je laadt, zou elektrisch rijden slechts eenderde tot eenvijfde kosten van rijden op benzine. Welke ontwikkelingen zijn er bij Defensie?

Dienstvervoer

Het Ministerie van Defensie is assortimentsmanager voor alle dienstauto's bij de rijksoverheid. Auto's die door ambtenaren worden gebruikt voor het uitvoeren van dienstreizen; s'ochtends ophalen en s'avonds weer inleveren. Van die dienstauto's heeft Defensie er zelf 4800 in gebruik. Het wagenpark bestaat uit relatief nieuwe auto's met een standaard verbrandingsmotor; wel veel met het label "zuinig" en "zeer zuinig" maar geen elektrische auto's!

Het Amerikaanse Department of Defense verwerft op grond van federale regelgeving al enige jaren uitsluitend dienstauto's met alternatieve technieken en/of alternatieve brandstoffen zogenaamde Alternative Drive Vehicles (ADV). Er rijden op Amerikaanse bases dan ook al tienduizenden dienstauto's op elektrische energie, biobrandstoffen, aardgas en waterstof. Vanaf 2016 zal die verplichting van ADV ook gaan gelden voor alle "light duty non-tactical" voertuigen (licht vracht- en personenvervoer, servicevoertuigen, blus- en reddingsvoertuigen).

Dat de Amerikaanse strijdkrachten bij de normale bedrijfsvoering zo inzetten op ADV-technologieën, waaronder elektrisch auto's, is niet alleen een wettelijke verplichting of ingegeven door klimaat- en milieuoverwegingen. Het wordt ook gezien als een noodzakelijk proeftuin om met deze nieuwe technologieën kennis en ervaring op te doen. Kennis en ervaring die nodig zijn om in de toekomst ADV-technologieën in het operationele domein te kunnen introduceren.

Elektrisch rijden in het operationele domein

De maatschappelijke en financiële voordelen van elektrisch rijden zijn groot. Naarmate de nadelen - de hogere investeringskosten, de beperkte infrastructuur om te laden en de beperkte actieradius - worden opgelost, zal het aandeel elektrische auto's inderdaad gestaag blijven toenemen. Geldt dat ook voor gevechtvoertuigen (operationele wielvoertuigen en gepantserde voertuigen)?

Het belangrijkste argument om ook bij gevechtsvoertuigen over te gaan op elektrisch rijden, is dat er minder diesel nodig is. Voor de krijgsmacht van groot belang om daar minder van afhankelijk te zijn. Omdat operationele brandstof veel duurder is dan de prijs aan de pomp, zijn investeringen in nieuwe technieken voor gevechtsvoertuigen ook sneller terugverdiend dan in Nederland. De nadelen, het nog ontbreken van een infrastructuur om op te laden en de beperkte actieradius, zijn van minder belang. Defensie heeft immers zijn eigen mobiele (elektrische) energievoorziening en gevechtsvoertuigen leggen in de regel geen honderden kilometers per dag af.

Ondanks alle voordelen die elektrische rijden biedt, staat elektrische aandrijving van gevechtsvoertuigen nog in de kinderschoenen. Er is ook geen prikkel om de mogelijkheden serieus te onderzoeken. De noodzaak om minder brandstof te gebruiken, is immers nog niet nadrukkelijk in de behoeftestelling van materieelprojecten opgenomen. De industrie kan daarom bij het ontwerp volstaan met gangbare of zelfs achterhaalde aandrijflijnen. Drie factoren die verder een rol spelen, zijn het toenemen van het gewicht van de gevechtsvoertuigen, de beperkte omvang van de defensiemarkt en het gebrek aan regelgeving.

  • Hoe lichter het voertuig is hoe aantrekkelijker elektrisch rijden wordt. De auto-industrie doet er dan ook alles aan om nieuwe ontwerpen zo licht mogelijk te maken. Nieuwe gevechtsvoertuigen worden trendmatig echter nog steeds zwaarder. Voor een groot deel om door extra bepantsering meer bescherming te bieden.
  • Het ontwerpen en ontwikkelen van elektrische voertuigen kost veel tijd en geld. Kosten die alleen worden terugverdiend wanneer er grote series kunnen worden gebouwd. Voor de defensie-industrie met z'n relatief kleine series loont het niet om uit eigen beweging hierin te investeren.
  • De opmars van de hybride en elektrische auto's is voor een belangrijk deel in gang gezet door de Europese Commissie die de auto-industrie heeft opgedragen veel meer energie-efficiënte auto's op de markt te brengen. Supranationale regelgeving of nationale regelgeving zoals in de Verenigde Staten om ook bij Defensie energie-efficiënte voertuigen te introduceren, ontbreekt helaas.
Defensie moet aanhaken bij de marktontwikkelingen

Overheid en bedrijfsleven zetten in op elektrisch rijden. Dat is goed voor het klimaat en anticipeert op de afnemende beschikbaarheid van fossiele brandstoffen. Defensie hoeft elektrisch vervoer dus niet meer uit te vinden; het is er al. Defensie kan morgen beginnen met de introductie van elektrisch auto’s voor dienstvervoer.

Voordat gevechtsvoertuigen ook elektrisch kunnen rijden, moeten er nog wel hindernissen worden overwonnen. Voor “zware wapens” zal dat met de huidige stand van de techniek wellicht onhaalbaar blijken. De "winst" van elektrisch rijden is echter zo groot dat de mogelijkheden serieus moeten worden onderzocht. Nederland heeft gelukkig kennisinstituten en bedrijven die Defensie daarbij kunnen helpen. Van belang voor toekomstige projecten en het mogelijk hermotoriseren van bestaande voertuigen.
Share by: