Blog Layout

Defensie schiet tekort bij terugdringenenergiegebruik

Marcel Hendriks • okt. 15, 2015
Brandstofverbruik van wapensystemen blijft toenemen

Op de conferentie over defensie en energie in Vilnius (IESMA 2014) toonde een Amerikaanse spreker een overzicht van vijf Amerikaanse vervangingsprojecten met wapensystemen die aanzienlijk meer brandstof gaan gebruiken dan de wapensystemen die ze vervangen. Nieuwe wapensystemen die de afhankelijkheid van de krijgsmacht van fossiele brandstoffen alleen maar groter maken. Een van die vijf vervangingsprojecten gaat ook Nederland aan, namelijk de vervanging van de F16 door de JSF.

In de turbulente besluitvorming tot de aanschaf van 37 JSF'n heeft het brandstofgebruik van het nieuwe vliegtuig geen grote rol gespeeld. Hoeveel brandstof de JSF gebruikt en hoeveel meer ten opzichte van de F16, is een goed bewaard geheim gebleven. Desgevraagd antwoordde de minister de Tweede Kamer in 2008 dat "Het brandstofverbruik van de F35(JSF) kan onder bepaalde vliegomstandigheden hoger liggen dan dat van de F-16". Dat is hetzelfde als beweren dat een Rolls Royce onder bepaalde rijomstandigheden meer brandstof verbruikt dan een Opel Kadet. Dat hoge brandstofgebruik ten opzichte van de eigen brandstofvoorraad, leidt inmiddels wel tot zorgen over de actieradius van het vliegtuig. Recentelijk zijn daar in de Tweede Kamer vragen over gesteld.    

Een ander van die vijf genoemde projecten betrof de vervanging van het infanteriegevechtsvoertuig M2 Bradley door het Ground Combat Vehicle (GCV). Het programma is echter inmiddels stopgezet omdat het ontwerp niet binnen het beschikbare budget realiseerbaar was. Volgens deskundigen omdat door de opeenstapeling van eisen het gewicht van het GCV met 70 ton veel te zwaar werd (de Bradley weegt slecht 28 ton; de door Nederland gebruikte CV 90 weegt zonder aanvullende bescherming, 32 ton). Zo'n zwaar voertuig zou ook heel veel brandstof gaan gebruiken. Afgelopen zomer werd een nieuw programma om de M2 Bradley te vervangen, aangekondigd; het derde in vijftien jaar: het Future Fighting Vehicle. Topprioriteit bij het ontwerp zijn nu het beperken van het gewicht en de financiële haalbaarheid.

Zeesystemen doen het niet veel beter. Tijdens die IESMA 2014 gaf een spreker namens de UK MOD een uitgebreide toelichting op alle technische en operationele aspecten die het brandstofverbruik van marineschepen beïnvloeden, en de mogelijkheden om het verbruik daarvan te verminderen. Spijtig constateerde hij echter "The MOD only contracts range and top-speed". Met die aanpak ontmoedig je vernieuwing en wordt het ontwerp een "open eind" als het gaat om het brandstofverbruik. In het recente Marineblad (nummer 6, jaargang 2015) hebben KLTZ (TD) Paul Schulten en LTZ 1 (TD) Joos Bongartz in het artikel "Energie is een wapen: op weg naar het energie-efficiënte schip" beschreven hoe het anders zou kunnen.

Wetmatigheid of een gebrek aan interesse?

Het verbeteren van reikwijdte, snelheid, wapenlast, missieduur en bescherming leidt bijna altijd tot een hoger brandstofverbruik. Het is gemakshalve ook maar geaccepteerd als een wetmatigheid waar niet aan te ontkomen valt. Het gevolg is dat de hoeveelheid operationele brandstof die Defensie nodig heeft, structureel blijft toenemen. Maar is het een wetmatigheid waar niet aan te ontkomen valt of is het een gebrek aan interesse om een verschil te maken? Noch Defensie noch de defensie-industrie lijken zich erg in te spannen om nieuwe wapensystemen te ontwikkelen die structureel minder brandstof gebruiken en om de nieuwste energie- en aandrijftechnieken toe te passen. Dat gaat goed tot dat de wal het schip keert zoals bijvoorbeeld in Amerika bij de vervanging van de Bradley.  

De Verenigde Staten proberen met hun "Operational Energy Strategy" het tij te keren. Een van de pijlers is "More capability, less costs: Build energy security into future forces". Met andere woorden: door in de ontwerpfase energie-efficiënte wapensystemen te ontwikkelen, wordt de krijgsmacht in de toekomst minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. Dat is niet gemakkelijk maar er worden stappen gezet. Interessant is het interview met Sharon Burke, de verantwoordelijke Amerikaanse Assistant Secretary of Defense; te lezen via de link in de rechterkolom van de website.

Hoe staat het met de Nederlandse pogingen om het gebruik van operationele energie terug te dringen?

Defensie laat het erbij zitten

In de Troonrede sprak de koning de noodzaak uit om klimaatverandering tegen te gaan en te werken aan een duurzame samenleving. De minister van Defensie wil dat de krijgsmacht minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. Heeft dat nu ook merkbare gevolgen voor het beleid? Moeten de "petrol heads" bij Defensie zich zorgen maken?

In de "Toelichting op de Rijksbegroting X Defensie" is helaas geen enkele aanwijzing te vinden dat Defensie energie en duurzaamheid serieus neemt. In het eveneens op Prinsjesdag gepubliceerde "Materieelprojectenoverzicht 2015" staan 60 projecten groter dan 25 mln. €, in realisatie- of planningsfase. In geen van deze materieelprojecten is de noodzaak om minder, of zo min mogelijk, brandstof te gebruiken in de behoeftestelling opgenomen.

Het Ministerie van Defensie werkt al sinds 2012 aan een Operationele Energiestrategie. Het heeft nog niet geleid tot een document dat door de minister is ondertekend. Bij ongewijzigd beleid zal daarom het energiegebruik van wapensystemen blijven toenemen. Dat ondermijnt op den duur de operationele inzet. Ook als het gaat om het realiseren van het Nationaal Energieakkoord, schiet Defensie, de grootste gebruiker van energie bij de overheid, nog ernstig tekort.
        
Share by: