Blog Layout

Defensie moet groene energie "outsourcen"

Marcel Hendriks • mei 15, 2015
In het overleg op 26 maart 2015 van de vaste commissie voor Defensie vroeg D66-Kamerlid mevrouw Hachchi de Minister waarom Defensie niet meedeed aan het GO-GREEN project van het Europese Defensieagentschap (EDA). De Minister beaamde het belang van het verminderen van de energieafhankelijkheid van de krijgsmacht en de wens om bij operaties steeds meer gebruik te maken van hernieuwbare bronnen. We volgen het echt op de voet, volgens de Minister, maar op een gegeven moment moet je toch goed kijken welke capaciteit je beschikbaar hebt om te participeren in bepaalde projecten.

Wat houdt het GO-GREEN project in? 

GO-GREEN

In 2012 is de EDA begonnen met het GO-GREEN project. De zeven deelnemende landen: Oostenrijk, Cyprus, de Tsjechische republiek, Duitsland, Griekenland Luxemburg en Roemenië werken samen om hun militairen te voorzien van duurzame elektrische energie. Dat is volgens de EDA nodig om de Europese krijgsmachten, die grote verbruikers van energie zijn, minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen en om op de kosten te besparen. Volgens de EU zijn de Europese strijdkrachten prima in staat om meer eigen duurzame energie op te wekken. Ze zijn immers in de publieke sector de grootste eigenaren van grond en gebouwen. Circa 1% van het totale oppervlakte van de Europese Unie is defensieterrein. 

De werkwijze van GO-GREEN is om bij de deelnemende landen beschikbaar (defensie)land- dakoppervlakte te "verzamelen" en aan de markt aan te bieden voor verdere ontwikkeling tot zonneparken en de exploitatie daarvan. Door dergelijke vormen van publiek- private samenwerking kan Defensie haar aandeel duurzame energie vergroten zonder daar veel geld voor voorbereiding, bouw en exploitatie aan kwijt te zijn. Het eerste resultaat van GO-GREEN is een contract met een energieconsortium bestaande uit Gamma Solutions (Spanje), Schneider Electric (Frankrijk) en Hanwha Q Cells (Duitsland) om op een luchtmachtbasis op Cyprus een 5 MW piekvermogen zonnecentrale te bouwen en die gedurende 20 jaar te exploiteren.

Publiek-private samenwerking

Het idee om private investeerders uit te nodigen om op defensieterreinen duurzame energie op te wekken, is niet nieuw. Op nationaal niveau zijn in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en andere landen al tientallen projecten gerealiseerd. Ook in Nederland zijn er bedrijven die hun brood verdienen met het financieren, ontwikkelen, bouwen en exploiteren van wind- en zonneparken; bedrijven die Defensie graag willen helpen. In het artikel "Innovatieve financiering voor Defensie" dat in de Militaire Spectator nummer 1-2015 is verschenen, wijst de auteur KTZ b.d. Jan Wind, ook op de mogelijkheden van bedrijven om op defensieterreinen groene energie op te wekken zonder dat Defensie daarvoor in de buidel moet tasten.

Waarom is het in Nederland tot nu toe nog niet gelukt zulke projecten van de grond te krijgen? Zijn er geen interessante "business cases" die voor overheid en bedrijfsleven de moeite waard zijn? In opdracht van het Ministerie van Defensie heeft Ekwadraat in 2013 een studie uitgevoerd naar de "Verduurzaming van defensie-objecten in Den Helder". In de studie wordt geconcludeerd dat bij een geschatte investering van 20 mln € - een PPS-constructie lijkt volgens Ekwadraat het meest voor de hand te liggen - in 25 jaar 60 mln € op de energierekening kan worden bespaard. Dat moet een Minister die Defensie operationeel en financieel duurzaam wil maken toch aanspreken.

In Nederland beperkt de opwekking van groene energie zich nu grotendeels tot de drie windmolens die Defensie zelf exploiteert en de zonnepanelen op het nieuwe Nationaal Militair Museum in Soesterberg. Dat is wel erg magertjes.

Beleid ontbreekt

Nederland doet niet mee aan GO-GREEN. De Minister is bang te weinig stafcapaciteit te hebben om alle dossiers voldoende aandacht te geven en "dan moet je keuzes maken". Dat gebrek aan Haagse capaciteit is ongetwijfeld een zorg. Maar juist daarom zou Defensie moeten "outsourcen" waar de industrie kan instappen; via GO-GREEN of nationaal door gebruik te maken van de kracht van de Gouden Driehoek.

Wat ook niet helpt, is dat deelname aan GO-GREEN of andere initiatieven om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen, de goede intenties van de Minister ten spijt, beleidsmatig in het luchtledige blijven hangen. De Defensie Duurzaamheidsnota 2009-2012 heeft voorlopig geen opvolger gekregen en de in 2012 aangekondigde Operationele Energiestrategie is nog steeds niet geformaliseerd. Zolang dat beleidstekort niet wordt ingevuld, kunnen er ook geen meters (en groene Kwh) worden gemaakt.  
Share by: