Blog Layout

Defensie Energie- en Milieubeleid

Marcel Hendriks • nov. 15, 2015
DEM 2015 verdient brede aandacht

Op 26 februari 2009 was iedereen die er bij Defensie toe deed, aanwezig op de Koningin Beatrixkazerne in Den Haag. Met enig feestgedruis presenteerde Jack de Vries, Staatsecretaris van Defensie de "Defensie Duurzaamheidsnota 2009; 2009-2012" (DDN 2009). In zijn toespraak wees hij op de voorbeeldfunctie die Defensie heeft en de noodzaak Defensie voor te bereiden op schaarse en dure energie.

Op 12 november publiceerde de Hoofddirectie Beleid het "Defensie Energie- en Milieubeleid 2015-2018 (DEM 2015); de inhoudelijke opvolger van de DDN 2009. De DEM 2015 is geen nota maar slechts een beleidstuk. Waarschijnlijk daarom geen voorwoord van de Minister, geen feestgedruis, geen externe communicatie en (nog) geen artikelen in de defensiebladen. Dat is jammer want de DEM 2015 verdient brede aandacht. Publicitair belangrijk nu alle ogen gericht zijn op de klimaattop in Parijs.

Waar gaat de DEM 2015 over en maakt het Defensie minder afhankelijk van fossiele brandstoffen?

Normale bedrijfsvoering en operationele energie

De DEM 2015 gaat over energie en milieu. Dit artikel gaat met name over energie. Defensie maakt om praktische redenen onderscheid tussen energie voor de normale bedrijfsvoering (dienstauto's en vastgoed), goed voor 40% van het energiegebruik, en operationele energie voor gevechtsvoertuigen, vliegtuigen en schepen die 60% van de energie gebruiken.

Dat praktische onderscheid zit hem in het feit dat Defensie voor de normale bedrijfsvoering aan regelgeving is gebonden maar dat wapensystemen daarvan meestal zijn uitgezonderd. Dat laatste is een gevolg van het feit dat mobiele wapensystemen zich vaak moeilijk laten vergelijken met hun civiele evenknieën. Bovendien moeten ze ver van huis, onder extreme omstandigheden kunnen worden ingezet.

Normale bedrijfsvoering

Met de DEM 2015 committeert Defensie zich voor dienstauto's en vastgoed aan de energiedoelstellingen van het Kabinet Rutte II. Dat zijn: in 2020 de CO2-uitstoot met 20% verminderen ten opzichte van 1990, in 2020 14% van de energie duurzaam opwekken en jaarlijks 1,5% energie besparen. Aan het instrumentarium dat Defensie al in de DDN 2009 had, wordt toegevoegd dat Defensie het opwekken van duurzame energie op defensieterrein door derden, gaat toestaan. Defensie gaat daarnaast een Energiestudie uitvoeren om te kijken of de nu geplande inspanningen voldoende zijn om de energiedoelstellingen te realiseren.

In de periode 2015-2018 is 50 mln. € beschikbaar voor maatregelen die Defensie helpen aan de energiedoelstellingen te voldoen. Geld dat zich overigens voor een aanzienlijk deel zelf zal terugverdienen. De DEM 2015 voorziet als concrete maatregelen:

Energieneutrale nieuwbouw (o.a. de Marinierskazerne in Vlissingen);
Programma Energiebesparende maatregelen in grote gebouwen 2009-2019;
Sloop van buitengebruik gestelde gebouwen;
LED verlichting op start- en rolbanen en in gebouwen;
Optimaliseren en reserveren locaties bodemenergiesystemen;
Daarnaast zal Defensie in de beleidsperiode onderzoeken en pilots blijven uitvoeren om nieuwe ontwikkelingen op energiegebied in het vastgoeddomein op bruikbaarheid te toetsen.

Defensie is een van de grootste gebruikers van energie in Nederland en verreweg de grootste bij de overheid. Het beschikt bovendien over veel vastgoed en grote terreinen. Defensie heeft daarom niet alleen een voorbeeldfunctie maar ook de mogelijkheden om aan de energiedoelstellingen te voldoen. Gaat dat ook lukken? Volgens de DEM 2015 hebben de Inspectie Leefomgeving en het Ministerie van I&M geconstateerd dat bij Defensie het voldoen aan wet- en regelgeving terugloopt en dat de uitvoeringsprogramma's vertragen. Of met de opgelopen achterstand de energiedoelstellingen 2020 nog worden gehaald, is gelet op het beperkte budget de vraag.

Operationele Energie  

In tegenstelling tot de DDN 2009 besteedt de DEM 2015 ruim aandacht aan de noodzaak om minder operationele energie te gebruiken. Wapensystemen zijn weliswaar uitgezonderd van wet- en regelgeving maar de groeiende energiebehoefte bij operaties heeft grote invloed op de effectiviteit en de uitgaven voor inzet van militaire middelen. Dat beperkt volgens de DEM 2015 het voortzettingsvermogen van de ingezette eenheden, het leidt tot grotere logistieke inspanningen om de brandstof bij de eenheden te krijgen met alle extra veiligheidsrisico's.

Voor het terugdringen van de operationele energie, volgt Defensie het traject missie-ambitie-strategie.

De missie:
"Defensie richt zich op het terugdringen van de energieafhankelijkheid in operaties en de voorbereiding daarop en vergroot daarmee de effectiviteit, efficiëntie en weerbaarheid van de krijgsmacht. Gelijktijdig wordt hiermee de belasting op het milieu vermindert en geeft Defensie invulling aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid".

De ambities zijn:
"De krijgsmacht streeft er naar in 2050 grotendeels onafhankelijk van fossiele brandstoffen te kunnen optreden en voor langere duur operaties te kunnen uitvoeren zonder aanvoer van energie. De streefdoelen van Defensie luiden:
  • in 2030 is de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen met tenminste 20% gereduceerd ten opzichte van 2010. In 2050 is de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen met tenminste 70% gereduceerd ten opzichte van 2010.
  • in 2030 wordt 50% van de energie op kampementen duurzaam opgewekt. In 2050 zijn kampementen zelfvoorzienend op energiebeleid.
De implementatiestrategie kent vier speerpunten: versterken van de kennisbasis en het innovatief vermogen, structureel reduceren van het energiegebruik, vergroten van het aandeel duurzame energie tijdens operaties en het bevorderen van energiebewust gedrag.

Het is een geweldige stap vooruit dat Defensie voor het eerst haar ambitie om minder operationele energie te gebruiken, zo nadrukkelijk vastlegt.

Er zijn echter nog grote uitdagingen. Er is innovatie nodig om wapensystemen te ontwikkelen die minder energie gebruiken dan hun voorgangers maar tegelijkertijd niet aan gevechtskracht inboeten. In de Gouden Driehoek kunnen de Nederlandse kennisinstituten en de industrie Defensie daarbij helpen. Bovendien moet bij Defensie zelf veel weerstand worden overwonnen. Defensie is een aan brandstof verslaafde organisatie. Veel militairen zitten nog in de ontkenningsfase als het gaat om de noodzaak minder brandstof te gebruiken. Hopelijk gaat de DEM 2015 een probaat medicijn worden en voor een cultuuromslag zorgen.
Share by: