Blog Layout

Defensie en het Klimaatakkoord

Marcel Hendriks • jan. 06, 2019
Vlak voor de Kerstdagen werd het Klimaatakkoord aan de Regering aangeboden. Het werk van een groot aantal instanties, belangengroepen en NGO's om Nederland in 2030 49% minder CO2 te laten uitstoten dan in 1990. De plannen worden nu door het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving doorgerekend. Daarna neemt de politiek besluiten en zorgt het voor noodzakelijke wet- en regelgeving. Aanpassingen zijn natuurlijk mogelijk maar de hoofdschootrichting is duidelijk. Nederland gaat op de schop als het gaat om opwekking en gebruik van energie. Wat zijn de gevolgen voor Defensie?
 
Als je het Klimaatakkoord doorleest, raak je onder de indruk van de omvang en reikwijdte van de plannen. Het gaat alle geledingen van de samenleving raken. En voor Defensie wordt geen uitzondering gemaakt. Defensie wordt wel één keer specifiek genoemd (zie tweede aandachtspunt). In algemene zin verwijst het Klimaatakkoord voor zee- en luchtvaart naar de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de International Civil Aviation Organization (ICAO). Maar die organisaties vinden militaire systemen vooral een nationale aangelegenheid. Los van de juridische gevolgen die het niet naleven kan hebben - zie de Urgenda-zaak - verliest de overheid ook haar geloofwaardigheid als Defensie als grootgebruiker van diesel en kerosine, zijn bijdrage niet levert. Misschien kan premier Rutte nog voor een inlegvelletje bij het Klimaatakkoord zorgen waarbij Defensie zich ten aanzien van wapensystemen mag beperken tot de Operationele Energiestrategie: 20% minder afhankelijk van fossiele brandstoffen in 2030. Maar dan moet Defensie de Operationele Energiestrategie wel serieus nemen.

Het klimaatakkoord is zo omvattend dat het lastig is om alle gevolgen goed in beeld te krijgen. Er zijn een paar aspecten die direct in het oog springen.

• De Rijksoverheid neemt deel aan een inspanning om in 2030 de werkgerelateerde kilometers met de helft te verminderen ten opzichte 2016 (C2.6 pagina 75). Een enorme uitdaging voor Defensie. Defensie is geografisch over heel Nederland verspreid en personeel wordt regelmatig overgeplaatst. Bij de belegging van kazernes, oefenterreinen, vliegvelden en havens moet daarom nadrukkelijker dan voorheen worden gekeken naar de verwachte toe- of afname van het aantal werkgerelateerde kilometers. Het verplaatsen van de centraal gelegen marinierskazerne in Doorn naar de decentrale locatie Vlissingen staat daarmee haaks op het Klimaatakkoord.

• De Rijksoverheid stimuleert de verduurzaming van het eigen wagenpark door in te zetten op schone voertuigen, duurzame energiedragers en het programma Duurzaam inkopen. In het Klimaatakkoord staat dat Defensie waar mogelijk duurzame biobrandstoffen gebruikt in al zijn operationele voer-, vaar- en vliegtuigen (C2.3 pagina 56). Voor voertuigen geldt al een verplichte bijmenging. Luchtmacht en Marine doen momenteel proefnemingen met duurzame biobrandstoffen. Technisch lijken er geen beperkingen te zijn maar met name duurzame biokerosine is nog een veelvoud duurder dan fossiele kerosine.

• De Rijksoverheid verplicht zich tot een rijkswagenpark dat in 2028 volledig emissieloos is (C2.4 pagina 60). Dat betekent dat Defensie tenminste al haar niet-operationele transportcapaciteit moet vervangen door E-voertuigen. Met de invoering van E-voertuigen moet Defensie ook voorzien in voldoende laadpalen en bijhorende E-infrastructuur op defensiecomplexen. Gelukkig kan Defensie technisch-logistiek meeliften met de instelling van Zero-Emissie zones in een groot aantal binnensteden. Ook daarin voorziet het Klimaatakkoord.

• Het Rijksvastgoedbedrijf, dat het vastgoed van Defensie beheert, draagt in 2030 bij aan een 50% CO2-reductie van haar vastgoedportefeuille. In 2050 moet de vastgoedportefeuille CO2-arm zijn (C1.10 pagina 37). Gemiddeld hebben gebouwen in 2030 Label A (D10 pagina 226). Defensie heeft een groot aantal oudere gebouwen in gebruik. Die allemaal isoleren en waar mogelijk van duurzame verwarming voorzien, vraagt om grote investeringen. Defensie en Binnenlandse Zaken komen begin 2019 met een nieuw Strategisch Vastgoed Plan.

• De Rijksoverheid stelt, waar mogelijk, de gronden die in haar bezit zijn beschikbaar voor de klimaatopgave, in het bijzonder voor hernieuwbare energie en voor het vastleggen van koolstof (D10 pagina 226). Onderzoeksbureau Bosch & van Rijn heeft in augustus 2013 een onderzoek gedaan naar het opwekkingspotentieel op rijksgronden en -gebouwen. Dat potentieel is voor een aanzienlijk deel op defensiecomplexen te vinden. Mogelijk gaat het nieuwe Strategisch Vastgoed Plan daaraan ook richting geven.

Omdat de overheid het goede voorbeeld moet geven, kan ze het zich niet veroorloven om voor Defensie een oogje dicht te knijpen. Immers, als Defensie het laat liggen, moet harder worden ingegrepen in andere sectoren. Een aanzienlijke deel van het extra geld waarop Defensie rekent, zal daarom moeten worden gebruikt voor de aanschaf van elektrische voertuigen en bijhorende infrastructuur, voor duurzame biobrandstoffen, voor het moderniseren van het vastgoed en het terugdringen van werkgerelateerd vervoer. Daarover kan de NAVO al wel worden geïnformeerd. En dat die kosten voor een groot deel ook weer worden terugverdiend.

Naleving van het Klimaatakkoord dwingt Defensie ook om fundamenteel na te denken over nieuwe wapensystemen die inherent minder brandstof gebruiken dan de wapensystemen die ze vervangen. Niet alleen belangrijk als bijdrage tegen klimaatverandering maar ook om Defensie minder kwetsbaar te maken. Nodig voor onze veiligheid. Noodzakelijk om tegenstanders te trotseren die in tegensteling tot Europa nog wel beschikken over grote voorraden olie en gas. En ook nog eens schatten geld verdienen aan de export daarvan aan het Westen.
Het Klimaatakkoord zal bij Defensie nog wel tot de nodige gefronste wenkbrauwen leiden. Maar stevig investeren in gebrekkige faciliteiten en verouderde accommodaties zal in ieder geval defensiebreed worden verwelkomd. 
Share by: