Blog Layout

Armpje-drukken met de olie-prijsj

Marcel Hendriks • nov. 15, 2014
Waarom daalt de prijs van olie?

Al enige weken breken analisten en commentatoren zich het hoofd over de sinds deze zomer gestaag dalende olieprijzen. De prijs van een vat ruwe olie was de afgelopen 4 jaar ongeveer 115 $ per barrel maar is de afgelopen maanden gestaag gezakt tot rond de 80 $ per barrel. Voor lagere prijzen pleiten de aanhoudende zwakke wereldeconomie, het op de markt komen van de Amerikaanse schalie-olie en het sneller dan verwacht weer op gang komen van Libische olie-export. Aan de andere kant zouden de onrust in het Midden-Oosten en het conflict in Oost-Oekraine de prijs juist moeten opdrijven. Daarenboven neemt de onderliggende vraag naar olie door het groeien van de wereldbevoling en de toenemende welvaart, nog steeds toe.

De sterke daling van de olieprijzen kent winnaars en verliezers. Landen die erg afhankelijk zijn van olie-en gasimporten hebben baat bij lagere olieprijzen (volgens een vuistregel leidt een daling van de olieprijs met 10% tot een extra economische groei van 0,1%). Voor olie-exporterende landen zijn de dalende olie-inkomsten een hard gelag. Met name voor overheden die voor hun eigen inkomsten erg afhakelijk zijn van hoge olieprijzen zoals Rusland, Iran en Venuzuela. In eerste instantie in landen waar het "break-even point" waarbij de olie wordt gewonnen, relatief hoog ligt zoals bijvoorbeeld in Rusland (90$ - 100$ per barrel). De Russische economie leidt nu al zichtbaar onder de lage olieprijs en Russische autoriteiten sluiten aanpassingen in de overheidsfinanciën inmiddels niet uit.

De vraag is of hier slechts een verstoring van vraag-en-aanbod aan de orde is of dat er andere oorzaken zijn.

Geo-politiek en enegie

In zijn boek "THE OIL CARD; Global Economic Warfare in the 21ste Century" (2009) stelt de auteur James R. Norman dat in de tweede helft van de jaren Tachtig de Verenigde Staten en Saudia Arabië de prijzen kunstmatig laag hielden om de stagnerende Sovjet economie verder in de verdrukking te brengen. Een plausibele verklaring omdat De Verenigde Staten toen grotendeels (ook) zelfvoorzienend was en Saudia Arabië veruit de grootste exporteur van ruwe olie was. Het aanbod was groot en de prijzen laag. Dertig jaar later ziet de energiemarkt er natuurlijk heel anders uit maar zou zo'n zelfde geo-politiek "armpje-drukken" opnieuw een rol spelen? Dr. John C. Hulsman, een senior columnist bij City A.M. vermoedt van wel. Hij wijst daarbij op het ontbreken van enig initiatief van Saudi Arabië om binnen de OPEC te komen tot afspraken om de produktie te verminderen.

Op 11 september jongstleden sprak John Kerry, de Amerikaanse Minister van Buitenlandse zaken met Koning Abdullah. Er wordt inmiddels naar hartelust gespeculeerd over welke afspraken daar zijn gemaakt over de olieprijs.

Wat te bereiken met een lagere olieprijs?

Waarom zouden de Verenigde Staten en Saudi Arabië de prijs van de olie kunstmatig laag willen houden? Als energie-exporterende landen hebben ze daar natuurlijk zelf ook nadeel van. Hulsman wijst op twee mogelijke redenen.

De eerste reden kan een puur commerciële "John D. Rockerfeller Gambit" zijn. De Amerikaanse olie-tycoon had indertijd zo'n kapitaal achter de hand dat hij de olie net zo lang onder de kostprijs verkocht tot zijn concurrenten falliet waren. Saudi Arabië kan met zijn grote kapitaalbuffers en relatief goedkope olie zijn marktaandeel beschermen tegen het op de markt komen van nog meer schalie-olie. De door fracking gewonnen schalie-olie is immers relatief duur en zou de lage prijzen niet lang kunnen volhouden.

De tweede reden ligt volgens Hulsman meer voor de hand en is van geo-politieke aard. De Verenigde Staten en Saudi Arabië zien mogelijk een kans om twee rivalen op het wereldtoneel: Iran en Rusland, in het nauw te brengen. Saudi Arabië is er op gebrand Iran te straffen voor haar aanhoudende steun aan het Assad-regime. Voor de Verenigde Staten is het een mogelijkheid om Iran te dwingen nu eindelijk akkoord te gaan met de nucleaire deal waar het Westen al zo lang op aandringt.

Ruslands steun aan Assad is Riyad een doorn in het oog en het Westen maakt zich grote zorgen over de Russische agressie in Oost-Oekraine. De angst voor verdere escalatie en de beperkte mogelijkheden om met de huidige sancties Rusland in toom te houden, noodzaken in de ogen van de Verenigde Staten drastische maatregelen. Voor Rusland dat voor haar overheidsfinanciën grotendeels (circa 70%) afhankelijk is van de opbrengsten van de export van olie en gas, zou dat op termijn een ernstige bedreiging kunnen worden.

Er wordt inmiddels reikhalzend uitgeken naar de volgende vergadering van de OPEC op 27 november. Gaat de OPEC onder aanvoering van Saudi Arabië de produktie knijpen om de olieprijs te steunen of blijft het bij vage verklaringen en halfslachtige maatregelen? 

Gevolgen voor de langere termijn

Voorlopig heeft de consument het voordeel van de lagere prijzen aan de pomp; goed voor de portemonnee en de economie. Maar wanneer de olieprijs de weg naar de normale markt van vraag-en-aanbod terugvindt, wordt de rekening gepresenteerd. De olieproducerende landen zullen de gederfde inkomsten proberen terug te verdienen. Daarenboven zullen upstream investeringen die volgens het IEA broodnodig zijn om in de toekomst de oliewinning te waarborgen, mogelijk nog langer op zich laten wachten. De olie-prijs zal onheroepelijk weer (sterk) stijgen. 
 
Share by: