Blog Layout

Operationele innovatie is belangrijker dan technische innovatie.

Marcel Hendriks • jun. 23, 2020
Nieuwe wapensystemen worden bijna wetmatig groter, sneller en zwaarder

Veel nieuwe Amerikaanse wapensystemen zoals bijvoorbeeld de F-35, C-17, P8, GCV en LCS gebruiken meer brandstof dan de wapensystemen die ze vervangen. In Europa is het niet anders. Dat terwijl beleid en wetgeving gericht zijn op minder. De oorzaak ligt voor de hand. Nieuwe wapensystemen zijn toch vaak een kloon van hun voorgangers maar dan groter, zwaarder en sneller. Mooi dat er ook nieuwe energie-efficiënte technieken worden toegepast maar dat is dan vooral water naar de zee dragen. Kan operationele innovatie er voor zorgen dat de min of meer wetmatige groei van wapensystemen wordt doorbroken? Antwoorden zijn mogelijk als innovatie begint vanuit een ander technisch, operationeel of conceptueel vertrekpunt dan we gewend zijn. Stel we starten vanuit de noodzaak om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen. 

Drie voorbeelden van operationele innovatie  

In het Duitse vakblad MarineForum 6-2020 stelt het artikel "Volle Kraft voraus" dat ook bij de ontwikkeling van fregatten elektrische voortstuwing de toekomst heeft. Maar dat de techniek dat helaas nog niet toelaat. Stel we draaien het om. Wat is de beste combinatie van dieselgeneratoren en hoofdelektromotoren die redelijkerwijs wel in een fregat passen? Dat heeft het voordeel dat de actieradius van het schip toeneemt maar het nadeel dat de maximale vaart waarschijnlijk lager wordt. Maar hoe groot zijn dan die beperkingen en hoe kunnen we ze overkomen?

Luchtstrijdkrachten gebruiken bij Defensie veruit de meeste brandstof(> 50%) Voor elke twee liter "gevechtsbrandstof" in de lucht, vliegt er één liter "tankerbrandstof" rond om met zijn vracht die eerste twee liter hoog te houden. Die verhouding lijkt behoorlijk scheef en ondermijnt op den duur het voortzettingsvermogen. Stel we kiezen als uitgangspunt dat elk nieuw gevechtsvliegtuig dat Nederland aanschaft, bemand of onbemand, tenminste de Atlantische Oceaan moet kunnen oversteken zonder een eigen begeleidend tankervliegtuig. Dat scheelt een slok op een borrel. En hoe kan met zo'n nieuw gevechtsvliegtuig (bemand of onbemand) de slag worden gewonnen?

Het leger gebruikt zwaar materieel om soldaten te verplaatsen. Ondanks de bescherming die bepantsering biedt, zijn deze voertuigen in zowel het hoogste geweldsspectrum als bij asymmetrische oorlogsvoering, kwetsbaar. Nog zwaarder bepantseren lijkt het enige antwoord maar dat vraagt om een nog grotere aanvoer van brandstof. Een alternatief bestaat. Geef elke infanterist een pedelec. Dat vergroot de mobiliteit en flexibiliteit en maakt veel minder afhankelijk van de beschikbaarheid van groot materieel en de aanvoer van brandstof. De bescherming komt dan niet langer van bepantsering maar van ongezien, ongehoord en onvoorspelbaar. Kan je van "human swarming" op de elektrische fiets een winnend concept maken?

De "warfare centres" moeten zorgen voor operationele innovatie 

Alleen door zulke vragen te stellen, kan voortgang worden geboekt. In de kern gaat het er om dat Defensie niet alleen op technische innovatie kan vertrouwen om minder brandstof te gebruiken. Meer nog dan technische innovatie is operationele innovatie nodig. Bij uitstek een zaak voor de "warfare centres" van de krijgsmachtsdelen. Daar ligt de kennis en verantwoordelijkheid om het verschil te maken. Niet alleen operationeel noodzakelijk maar ook omdat Defensie zich aan klimaatwet en klimaatakkoord moet houden. De warfare centres lijken die uitdaging nog niet te hebben opgepakt.     
Share by: