Blog Layout

De Marine zet een stap waar andere marines nog niet aan toe zijn

Marcel Hendriks • jun. 25, 2020

Een bijdrage aan de ambitie om minder afhankelijk te worden van fossiel

Defensie: artist impression van de vervanger M-fregat
"My bosom swells with pride" zingt de first sealord in de 19-eeuwse musical HMS Pinafore als hij een aantal prachtige Britse schepen voor anker ziet. Dat is een gevoel dat elke marineman of vrouw herkent ook al is het nu nog maar een artist impression. Op 24 juni stuurde Defensie de B-brief naar de Tweede Kamer met de volgende stap om tot de vervanging van de huidige twee M-fregatten te komen. Nederland en België gaan samen 4 fregatten bouwen met een waterverplaatsing van 5500 ton. De schepen worden door Damen Schelde Naval Shipbuilding gebouwd. Thales Nederland levert het geïntegreerde radar- en vuurleidingssysteem. Het eerste schip moet in 2027 met haar proefvaarten beginnen.

Los van alle nieuwe operationele capaciteiten wordt het ontwerp gekenmerkt door een voor fregatten innovatieve voortstuwingsconfiguratie. Dit wordt het eerste schip sinds de geleidewapenfregatten midden jaren zeventig, dat geen gasturbines gebruikt voor de voortstuwing. Een niet helemaal onverwachte beslissing maar niettemin een gedurfde keuze. Nog geen enkele moderne marine heeft deze stap gezet bij het ontwerp en de bouw van nieuwe fregatten. De uitdaging voor DMO en de industrie is om hoe zonder gebruik te maken van gasturbines, de circa 40 MW vermogen voor de voortstuwing, in gewicht en  volume, in een schip van 5500 ton te plaatsen.

De B-brief maakt duidelijk dat hierbij rekening is gehouden met het brandstofgebruik. Van belang met het oog op de Defensie Energie en Omgeving Strategie. Gasturbines hebben een geweldige power-to-weight ratio maar zijn niet energie-efficiënt. De combinatie van dieselmotoren en elektromotoren, waar nu voor is gekozen, is dat wel. De B-brief erkent wel dat omdat de vervanger M-fregat aanmerkelijk groter wordt dan z'n voorganger, het totale energiegebruik toch zal toenemen. Maar dat de keuze voor gangbare commerciële maritieme systemen - maritieme gasturbines en de bijhorende complexe tandwielkasten zijn dat niet - het ook gemakkelijker maakt om aan te haken bij nieuwe technieken en alternatieve brandstoffen.

Dat het totale brandstofgebruik volgens de B-brief gaat toenemen, is hopelijk een geval van underpromise and overdeliver. Volgens de staatssecretaris kan het schip met de diesel- en elektromotor configuratie de vereiste maximum snelheid halen. Maar hoe hoog die wordt, is nog onduidelijk. Daar zit nog de mogelijkheid om verder op het brandstofgebruik te minderen. En een maximale snelheid die een paar knopen lager is dan de huidige 29 knopen van het M-fregat, scheelt een slok op een borrel. Hopelijk wijzen de operationele analyses uit dat dat kan.

Door niet langer twee verschillende prime movers te hebben namelijk dieselmotoren en gasturbines, kan Defensie niet alleen op de investeringskosten besparen maar ook op het onderhoud, de reservedelen en de opleidingen. Dat extra geld kan onder andere worden gebruikt om de bescheiden meerkosten te betalen om voor een deel over te gaan op duurzame maritieme biobrandstoffen. In 2018 zijn daar succesvolle beproevingen mee gedaan. Daarmee wordt nog een extra stap in de goede richting gezet.

Voor het eerst kiest Defensie bij een groot materieelproject voor een oplossing die een toename van het gebruik van brandstof tegengaat. Met de potentie om in 2030 20% minder afhankelijk te zijn van fossiel; zoals de ambitie van Defensie is. Dat is een gewaagde stap die de aandacht van andere marines en de maritieme (marine) industrie zal trekken. Een mooi voorbeeld van hoe de Koninklijke Marine en de Nederlandse maritieme industrie opnieuw vertrouwen op eigen denkkracht en innovatie.

NB de tweede alinea is 26 juni aangevuld.
Share by: