Op weg naar 2050 (70% minder fossiel): de Koninklijke Landmacht
Marcel Hendriks • 5 december 2022

Defensie heeft als doel om in 2030 20% minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen, en in 2050 70% minder. Maar er is nog geen beleid of plan dat daartoe enig perspectief biedt. Wat zijn de operationele, technische-logistieke mogelijkheden richting 2050? In dit laatste artikel van het drieluik 'Op weg naar 2050 (70% minder fossiel)', de Koninklijke Landmacht.
De Landmacht is van de drie krijgsmachtonderdelen met 17% de kleinste gebruiker. Maar operationeel wel de meest kwetsbare omdat het anders dan Marine en Luchtmacht minder makkelijk op eigen voorraden kan terugvallen. Er is veel logistiek en force protection nodig om de brandstof te krijgen waar het nodig is. Waar liggen de mogelijkheden voor de Landmacht om aan de doelstellingen 2030 en 2050 bij te dragen.
Opwekking duurzame energie op een compound
Op een compound moet in 2030 de helft van de elektrische energie duurzaam worden opgewekt. In een presentatie van een werkgroep van bedrijfsleven, kennisinstellingen en Defensie is eerder al aangetoond dat dat nu al kan: door minder te gebruiken, meer duurzame energie op te wekken, en bestaande systemen energie-efficiënter te maken. Met middelen die nu al op de markt zijn en zich al onder extreme omstandigheden hebben bewezen.
Maar om '2030' te realiseren moet er wel tegelijkertijd worden geïnvesteerd in zowel energieopwekking en opslag, transport en accommodatie, koeling en verwarming, voeding en sanitair. Incrementeel investeren zoals dat nu bijvoorbeeld gebeurt door nieuwe dieselgeneratoren en tenten te verwerven, levert onvoldoende op. Kan zelfs averechts werken. Onduidelijk is welke organisatorische en financiële hindernissen Defensie belemmeren om hierin door te pakken.
In 2050 moet op een compound alle elektrische energie duurzaam worden opgewekt. Een enorme uitdaging omdat er ook elektrische gevechtsvoertuigen komen. Wind en zonne-energie alleen kunnen daarin onmogelijk voorzien. Duurzaam geproduceerde waterstof die met brandstofcellen elektriciteit opwekt, kan uitkomst bieden. Echter alleen haalbaar wanneer waterstof veel veiliger dan nu (onder hoge druk of cryogeen vloeibaar) kan worden vervoerd en worden opgeslagen. Er wordt gelukkig onderzoek gedaan naar nieuwe opslagtechnieken die dat mogelijk moeten maken.
Niet langer op pantser vertrouwen
Landstrijdkrachten maken in tegenstelling tot de andere krijgsmachtonderdelen nog volop gebruik van bepantsering. Maar moderne antitank wapens maken die bescherming steeds vaker ontoereikend. In de wedloop tussen pantser en antitank zullen de platformen daarom, tenzij er goede actieve bescherming komt, steeds zwaarder worden, en navenant steeds meer diesel gaan gebruiken. Zwaar gepantserd materieel heeft dus te maken met een tweesnijdend zwaard: steeds betere anti-tank wapens en een steeds groter brandstofverbruik.
De steun aan de Oekraïne bestaat niet voor niks voor een belangrijk deel uit antitank wapens en langeafstand artillerie waarmee ook Russische brandstofdepots worden uitgeschakeld. Vooralsnog lijkt dat succesvol. Ondanks de geweldige Russische overmacht aan zwaar materieel heeft dat nog geen verschil kunnen maken.
Het ligt daarom voor de hand dat de Landmacht op den duur alleen nog gepantserd materieel gebruikt daar waar dat echt niet anders kan, zoals bijvoorbeeld voor commandovoering, gewondentransport, transport van non-combattanten, etcetera. Zware voertuigen waar 'massa' fysiek niet kan worden gemist, zoals voor de genie en voor geschut, blijven natuurlijk ook nodig.
Wat moet daarvoor in de plaats komen? Momenteel onderzoekt de Landmacht het gebruik van Robotica en Autonome Systemen (RAS). Nu nog voor verkenning en als kleine wapendrager. Maar doorontwikkeling naar platformen met meer vuurkracht ligt voor de hand. Bij onbemand is er geen pantser nodig om de bemanning te beschermen, hooguit om de sensoren te laten blijven werken. Met kleinere en lichtere onbemande gevechtsvoertuigen komt elektrische tractie ook binnen handbereik.
Ook bij het gebruik van infanteriegevechtsvoertuigen (IGVs) lijkt een volgende stap mogelijk. Bescherming die pantser nu biedt, moet worden vervangen door bescherming door ongemerkt en ongezien. Militairen die zich verplaatsen met elektrische tweewielers en quads, waarbij de directe omgeving steeds met drones kan worden verkend, lopen waarschijnlijk minder risico en kunnen zich ook sneller ontplooien.
Door zwaar gepantserde eenheden grotendeels te vervangen door RAS, en voor de veiligheid meer te vertrouwen op ongemerkt en ongezien, kan de Landmacht bijdragen aan het doel om in 2050 70% minder diesel te gebruiken.
Tot slot
De oorlog in de Oekraïne wekt de indruk dat als het er op aan komt, het nog steeds 'staal op staal' is. Dat lijkt maar zo omdat je nu eenmaal vecht met de spullen die je op dat moment hebt. Maar de noodzaak om in 2050 70% minder fossiel te gebruiken, vraagt om middelen die inherent minder brandstof gebruiken dan de huidige. Daarvoor is vooral, nog meer dan technische innovatie, militaire vernieuwing nodig.
Lees ook 'Op weg naar 2050 (70% minder fossiel): de Koninklijke Marine'.
Lees ook 'Op weg naar 2050 (70% minder fossiel): de Koninklijke Luchtmacht'.
Foto Defensie