Blog Layout

Schalie-olie en de Operationele Energiestrategie

Marcel Hendriks • feb. 15, 2013
Opkomst van schalie-olie

De publikatie van de World Energy Outlook 2012 afgelopen november baarde veel opzien. Het Internationale Energie Agentschap (IEA) voorspelde een snelle opmars van onconventionele gas en olie. In Amerika heeft de overvloed aan schaliegas al tot een aanzienlijke daling van de prijs van gas geleid (de gasmarkt is in tegenstelling tot de oliemarkt een regionale markt). Waar Amerika zich jarenlang instelde op de grootschalige import van LNG, zal het in de toekomst exporteur van gas worden. De techniek van "fracken" waarbij met hoge druk water en chemicaliën in horizontale boorgaten wordt geperst om de schalielagen open te krijgen, werkt ook prima om schalie-olie te winnen. Dat de Verenigde Staten in 2012 hun eigen produktie van ruwe olie met 760.000 barrels per dag hebben kunnen verhogen, is grotendeels te danken aan de explosieve groei van schalie-olie uit Noord Dakota. Het IEA voorspelt dat de Verenigde Staten rond 2020 wel eens (tijdelijk) de grootste olieproducent ter wereld zou kunnen zijn. Maar zelfs als grootste producent van olie blijven de Verenigde Staten volgens het IEA afhankelijk van import. Echt kleiner wordt die afhankelijkheid alleen wanneer er door energiebesparing minder olie nodig is (nu dagelijke 17,5 mln. barrels). 

Ook in grote delen van het dichtbevolkte Europa liggen schalielagen. De winning van schalie-olie en gas is er echter problematisch gelet op de grote gevolgen voor het milieu, het landschap en bevolking. Er zijn veel boorputten nodig en die zijn na enkele maanden al over hun produktiepiek heen. Na enkele jaren moet een lokatie weer worden ontmanteld en met de bijhorende infrastructuur worden verplaatst. Overheden zullen zich dan ook zeer terughoudend opstellen bij het verlenen van vergunningen voor de winning.

Gevolgen voor de markt

Dat schaliegas en schalie-olie op grote schaal gewonnen kunnen worden, is goed nieuws voor de mondiale energiezekerheid. Extra olie en gas is immers hard nodig om aan de stijgende vraag naar energie te kunnen voldoen. Het IEA verwacht immers dat in het meest gunstige geval (new policies scenario) de vraag naar energie tot 2035 nog steeds met meer dan eenderde gaat toenemen. Het geeft de wereldgemeenschap meer tijd om de overgang van fossiele brandstofen naar alternatieven te organiseren. Critici waarschuwen echter voor te veel euforie want de winning van schaliegas en schalie-olie is erg duur. Voor de winning is ook veel energie nodig waardoor de Energy Returned on Energy Invested (EROEI) veel lager is dan die van conventionele olie. Daarom zal de prijs van een barrel ruwe olie, ondanks de grote reserves schalie-olie, gestaag blijven stijgen. Optimisten en sceptici zijn het over een ding eens: de tijd van goedkope olie is definitief voorbij.

Veiligheidssituatie in het Midden Oosten

Dat de Verenigde Staten minder afhankelijk worden van buitenlandse olie en gas, gaat onvermijdelijk gevolgen hebben voor de veiligheidssituatie. Decennia lang gold de Carter doctrine waarbij een blokkade van de Perzische Golf zonodig met militair ingrijpen zou worden tenietgedaan. De aanwezigheid van grote martieme verbanden in de Indische Oceaan om dat af te dwingen, wordt nu al ter discussie gesteld. De door Amerika geïmporteerde olie komt immers nog maar voor klein deel door de Straat van Hormoez. Waarom zouden Amerikaanse vliegdekschepen de ongehinderde aanvoer van olie naar Europa of China nog moeten afdwingen? Hebben die al niet te lang als "free rider" geprofiteerd van de Amerikaanse aanwezigheid? Wanneer de Verenigde Staten minder interesse krijgen voor het Midden Oosten heeft dat gevolgen voor het machtsevenwicht in de regio en de positie van Israel als ongemakkelijke bondgenoot. Degenen die pleiten voor een verminderde Amerikaanse bemoeienis met het Midden Oosten doen dat ook in de wetenschap dat het defensiebudget steeds kleiner wordt.

De operationele energiestrategie

De opkomst van schalie-olie is voor het Amerikaanse Ministerie van Defensie geen reden om de inspanningen om minder diesel en kerosine te gebruiken, te temporiseren. Amerika is immers geen energie-eiland en het kan zich niet onttrekken aan de veranderingen en de schommelingen op de energiemarkt. De prijs van olie zal blijven stijgen en daardoor een steeds groter beslag leggen op het toch al onder druk staande defensiebudget. Wat voor de Verenigde Staten als geheel geldt, telt ook voor Defensie: het helpt dat er extra olie op de markt komt maar alleen minder energie gebruiken, zet echt zoden aan de dijk. Nog belangrijker is natuurlijk dat de aanvoer van voldoende brandstof, zelf wanneer die beschikbaar en betaalbaar is, moderne energieverslindende krijgsmachten kwetsbaar maakt. Dat hebben de recente ervaringen in Irak en Afghanistan wel duidelijk gemaakt. Zoals een Amerikaanse militair het uitdrukte "zelfs als de diesel gratis zou zijn, moeten we energiebesparende systemen introduceren om in de toekomst te kunnen winnen".

Als dat al in de Verenigde Staten geldt dan is dat zeker voor de Europese krijgsmachten het geval. 
Share by: