Blog Layout

Parijs:ja. Wales: nee

Marcel Hendriks • okt. 15, 2017
Voor iedereen die het Regeerakkoord heeft gelezen en de toelichtingen en commentaren heeft gehoord, is het duidelijk: Rutte III vindt klimaatveiligheid belangrijker dan militaire veiligheid. Alles wordt uit de kast gehaald om het klimaatakkoord van Parijs te halen; zelfs meer dan dat. Er wordt weliswaar meer geld voor Defensie uitgetrokken maar lang niet genoeg om de afspraken van Wales na te komen. Om het in "harde" getallen uit te drukken: Nederland gaat de komende decennia een bijna niet te becijferen bedrag investeren in de energietransitie en jaarlijks maar 1,5 mlj. € extra uittrekken voor Defensie. Daar mag iedereen wat van vinden maar het is wel de politieke realiteit. Dat het nieuwe kabinet bij de verdeling van de financiële middelen prioriteit geeft aan klimaatveiligheid heeft daarbovenop gevolgen voor waar Defensie haar geld aan gaat besteden.

Defensie is een van de grootste gebruikers van fossiele brandstoffen in Nederland en veruit de grootste bij de overheid. Defensie verwacht zelf dat het energiegebruik de komende jaren eerder zal toe- dan afnemen. De Operationele Energiestrategie (OES) die tot doel heeft de krijgsmacht minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen, laat dat ook toe. Maar om de doelstelling in de OES te halen - 20% minder afhankelijk van fossiele brandstoffen in 2030 en 70% minder afhankelijk in 2050 - moet de toename van dat energiegebruik wel verantwoord gebeuren. Bij het ene nieuwe wapensysteem zal dat gemakkelijker gaan dan bij het andere. Maar onder de streep moeten de huidige doelstellingen worden gehaald. Momenteel liggen er een groot aantal nieuwe behoeftestellingen nerveus en verwachtingsvol klaar voor aanbieding aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer zal die nieuwe behoeftestellingen meer dan voorheen toetsen aan de ambities in de OES.

In de budgetreeks voor Defensie is een aanzienlijk bedrag uitgetrokken voor de modernisering van de krijgsmacht, oplopend tot 825 mln € in 2021. Een deel van dat bedrag kan worden aangewend om de doelstelling in de OES te realiseren om in 2030 op een compound 50% van de benodigde elektrische energie duurzaam op te wekken. Dat kan nu al met bestaande technieken en systemen. Nederlandse kennisinstituten en bedrijven zijn er klaar voor. Een deel van dat geld zou ook direct aan de OPCO's, CDC en DMO kunnen worden toegewezen om daarmee bestaande systemen en middelen te vergroenen. Dat is de afgelopen jaren onvoldoende gebeurt omdat Defensie niet zoals bedrijven en particulieren gebruik kan maken van regelingen en subsidies die daarvoor zijn bedoeld. Apart weggezet geld kan dan worden besteed aan elektrische dienstvoertuigen, verwerving van biobrandstoffen, warmteterugwininstallaties, opwekken duurzame energie etc. Investeringen die dan niet hoeven te concurreren met specifiek militaire benodigdheden. Daarnaast zou Defensie veel nadrukkelijker dan voorheen samenwerking met het bedrijfsleven moeten zoeken. Zo wordt de investeringsruimte van Defensie minder belast. De recentelijk aangekondigde samenwerking tussen Defensie met Zonnepark Welschap om op de vliegbasis Eindhoven zonne-energie op te wekken voor 500 huishoudens is daar een goed eerste voorbeeld van.

Is "Parijs: ja; Wales: nee" een puntige beeldspraak voor twee met elkaar wedijverende veiligheidsbelangen? Nee! Klimaatveiligheid en militaire veiligheid liggen voor een belangrijk deel in elkaars verlengde. De vorige Commandant der Strijdkrachten, Generaal Middendorp, heeft daar herhaaldelijk op gewezen. Defensie kan bovendien gebruik maken van de enorme technische en maatschappelijke ontwikkelingen die de energietransitie op gang brengt. Rutte III moet niet investeren in meer van het zelfde maar in nieuwe systemen die zorgen voor meer militaire veiligheid en bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering. 
Share by: