Blog Layout

Het HCSS rapport "NO BLOOD FOR OIL

Marcel Hendriks • apr. 01, 2014
"In het belang van Nederland"

In de Defensie nota "In het belang van Nederland" wordt in het hoofdstuk "De Strategische omgeving" gewezen op de ingrijpende economische gevolgen bij verstoring van de aanvoer van grondstoffen en goederen, ook voor Nederland. Het beveiligen van de aanvoerroutes, het beschermen van de vitale infrastructuur en het bevorderen van de stabiliteit in staten en regio's, kunnen die risico's volgens de nota verminderen. Het is voor het eerst dat de Minister van Defensie dit veiligheidsrisico zo nadrukkelijk heeft benoemd. Tot welke heroriëntatie, prioriteiten en keuzes dit nieuwe inzicht bij Defensie leidt, blijft in "In het belang van Nederland" nog onduidelijk.

"NO BLOOD FOR OIL?

In Januari 2014 heeft het The Hague Centre for Strategic Studies een studie gepubliceerd naar de strategische gevolgen voor Nederland nu de energiemarkt verandert. De studie met de wat omineuze titel "NO BLOOD FOR OIL?" constateert net als "In het belang van Nederland" dat de toenemende schaarste aan energie en andere natuurlijke hulpbronnen (metalen, mineralen water en voedsel) een veiligheidsrisico vormen. Er zijn producerende landen die hun positie versterken door de vrije handel in die schaarse grondstoffen te beperken. Er zijn consumerende landen die proactief en ten koste van die vrije handel hun behoefte zeker stellen.  

In het in opdracht van het Ministerie van Defensie gemaakte rapport richt het HCSS zich met name op energie. Daar dringen zich de problemen nu het meeste op. Nu de Verenigde Staten steeds minder afhankelijk worden olie en gas uit het Midden Oosten, zal Europa nadrukkelijker dan voorheen worden geconfronteerd met de onrust in Noord Afrika en het Israëlisch-Palestijnse conflict. Daarenboven zal Nederland als een belangrijker speler op de Europese energiemarkt met name last hebben van een onzekere energiemarkt. 

Rol van de Krijgsmacht

In het rapport wordt de strategische gevolgen van de veranderingen op de energiemarkt in kaart gebracht. Er wordt beschreven hoe die veranderingen de afgelopen jaren het veiligheidsdenken bij de Nederlandse overheid hebben beïnvloed. Vervolgens wordt aangegeven wat de rol van de krijgsmacht kan zijn om die strategische belangen te beschermen. Het rapport onderscheidt voor Defensie drie aandachtgebieden namelijk:

  • landen met anocratische regimes met grote voorraden schaliegas als katalysator voor verstoring zoals Algerije, Rusland en Venezuela;  
  • landen met een zwakke overheid waar Nederlandse bedrijven aktief zijn zoals Egypte, Algerije en Nigeria;
  • landen rond vitale zeestraten zoals het Suezkanaal, de Straat van Hormuz en de Straat van Malakka.

Die militaire bijdrage kan in vredestijd bestaan uit het ondersteunen van lokale eenheden bij het handhaven van orde en rust in winningsgebieden en langs de transportroutes daar naar toe. Omdat regionale machten maar ook niet-reguliere eenheden met nieuwe wapensystemen de vrije handel door de zogenaamde "sea lines of communication" (SLOCs) kunnen bedreigen, moet het Westen desnoods expeditionaire eenheden in het hoogste geweldsspectrum kunnen inzetten om de doorgang af te dwingen. Minder dan in het verleden kan Europa dat aan de Verenigde Staten overlaten 

Defensie zal volgens "NO BLOOD FOR OIL?" een nadrukkelijke rol moeten spelen bij het waarborgen van een ongehinderde aanvoer van olie en gas. Hoewel het rapport zich daar niet over uit laat, is het evident dat de krijgsmacht daartoe beter in staat is wanneer het zelf minder afhankelijk wordt van diesel, kerosine en scheepsbrandstof. De door Defensie aangekondigde "Operationele Energie Strategie" moet daar voor gaan zorgen.  

Share by: